Niet kunnen focussen, niet meer kunnen lezen omdat de concentratie foetsie is. Het zijn veelvoorkomende symptomen in de rauwe rouw. ‘Het lijkt wel of ik gek word’ verzucht een mevrouw.
Wanneer je te maken krijgt met ingrijpend verlies, sta je voor de immense taak om dit verlies op te nemen in je levensverhaal. De hoofdstukken uit je levensboek die al voorbij zijn – met die dierbare waar je nu om rouwt – worden een soort van ‘afgesloten’. Nieuwe hoofdstukken worden gemaakt zonder de fysieke aanwezigheid van die dierbare. Dat is heel moeilijk. Want hoe doe je dat, verder leven nu de ander er niet meer is? Het is als een hoge berg die je moet beklimmen met volle bepakking. Er lijkt geen einde aan te komen…..
Je wordt heen en weer geslingerd tussen het verleden en het heden. Zo ben je bezig met het leren van nieuwe vaardigheden omdat het voortaan zelf moet regelen en zo zit je met je gedachten weer in het verleden. Een slingerbeweging die soms in enkele seconden heen en weer schiet. Het is erg vermoeiend, rouwen. Een zware taak.
Toch lukt het bijna iedereen om het leven weer beetje bij beetje te omarmen. Boven op de berg – waar je uiteindelijk na de zware klim aankomt – komt er ruimte om antwoorden te vinden om zin- en betekenisvragen. Met de dierbare die overleden is, in het hart. Als herinnering mee te dragen op het levenspad dat nog gelopen gaat worden. Het maakt me bescheiden en soms ook klein, om te zien hoe het mensen weer lukt om het leven weer op te pakken, een nieuwe stip te zetten op de horizon. En dan ervaar ik het weer; mensen beschikken over een enorme veerkracht. Een levenskracht waar je u tegen zegt!